Een afspraak nodig? Contacteer ons!

Veelgestelde vragen

Een nieuwe puppy of kitten

Ik wil graag een puppy of kitten. Is dat een goed idee?

Alle pups en kittens zijn lief en verleidelijk. Maar het aanschaffen van een nieuw huisdier is steeds een belangrijke beslissing. Het dier zal de komende jaren deel uitmaken van je gezin en een grote verantwoordelijkheid met zich meebrengen.

Je moet je hiervan bewust zijn en met honderd procent zekerheid bereid zijn deze verbintenis op lange termijn aan te gaan.

Is deze beslissing gevallen dan rest je nog te kiezen welk type hond (of kat) het best bij jouw levensstijl past. We staan jullie graag bij in het nemen van deze beslissing, ook voor advies en tips kan u steeds bij ons terecht.

Waar kan ik best een pup of kitten aanschaffen?

Heb je reeds een bepaald ras gekozen, dan kan je best ten rade gaan bij een professionele kweker van dit ras. Deze zal je alle nodige nuttige informatie geven over de eigenschappen van het gekozen dier en of dit ras ook goed bij jou past. Koop je het dier in een grote winkel of kwekerij waar een heleboel verschillende rassen vertegenwoordigd zijn, dan heb je het voordeel van een uitgebreide keuze, maar je mist een schat aan informatie. Meestal krijg je het moederdier niet te zien en weet je niets van de omgeving waarin het dier is opgegroeid. Ook is de kans op allerhande infecties (onder andere parvovirose en kennelhoest) er veel groter.

Vergeet ook niet langs te gaan bij de dierenasielen, vaak overvol met katjes en honden die op een nieuw baasje zitten te wachten. Probeer bij adoptie van een volwassen hond steeds zoveel mogelijk over zijn voorgeschiedenis te weten te komen (waarom is de hond hier terecht gekomen?). Neem de hond eens mee uit wandelen: het gedrag van een hond achter tralies is dikwijls heel verschillend van een aangelijnde hond in de buitenwereld. Gaat dit goed, kan een proefperiode bij je thuis geprobeerd worden.

Is mijn pup of kitten gezond, heeft hij of zij een paspoort nodig en hoe zit het met vaccinaties?

Een gezond dier is actief en speels, heeft klare oogjes en een propere vacht en is geïnteresseerd in zijn omgeving. Wees voorzichtig bij een doffe, onverzorgde vacht, een opgezet buikje, erge zwakte, constant jammeren, hevige diarree. Hou wel in gedachten dat het normaal is voor een pup of kitten om langere perioden te slapen, ook een lichte “aanpassingsdiarree” kan in de eerste dagen voorkomen.

Verzamel alle nodige informatie over vaccinaties, ontworming en voeding van het dier en laat je nieuwste huisdier zo snel mogelijk controleren bij je eigen dierenarts! Naast een grondig klinisch onderzoek, geven we je bijkomende inlichtingen over voeding, ontworming en vaccinatie, opvoeding en training.

Een pup of kitten dient vergezeld te zijn van een paspoort waarin al zijn of haar gegevens vermeld staan: geboortedatum, ras, chipnummer, vaccins.

Zowel honden als katten moeten verplicht gechipt worden. Als dit nog niet zou gebeurd zijn kan dit tot de leeftijd van 8weken of voor de verkoop of adoptie.

Een pup kan zijn eerste vaccin op 6 weken gekregen hebben, bij een kitten is dit meestal een paar weken later. De kwekers kiezen zelf of ze het tweede vaccin ook laten toedienen of niet. Ontworming is best goed opgevolgd, vanaf vier weken leeftijd zou dit minstens 1x moeten gebeurd zijn.

De afkomst kan achterhaald worden via het paspoort: is dit van het buitenland, kijk dan goed na of het vaccin tegen rabies of hondsdolheid in orde is. Dit kan ten vroegste vanaf 12w leeftijd gegeven worden en bijgevolg mogen dieren niet naar het buitenland voor de leeftijd van 15 weken.

Wanneer kom ik best langs bij jullie met mijn nieuw dier?

Dikwijls komen de baasjes direct na aanschaf voor een eerste algemene check-up. Dit kunnen wij alleen maar aanraden! Er zijn vele zaken waar men op dient te letten bij een nieuwe pup of kitten, die dan ook tijdens dat klinisch onderzoek stap voor stap worden nagegaan: o.a. de algemene gezondheidstoestand, controle vlooien, oormijt, navelbreuk, aangeboren afwijkingen…

Het vaccinatie- en ontwormingsschema, paspoort en chipnummer worden nagekeken en uitgelegd, het gewicht wordt opgevolgd. Indien identificatie d.m.v. een chip nog niet is gebeurd kan dat ook ter plaatse gedaan worden. Voor honden en katten is dit verplicht.

Het is ook de ideale gelegenheid om het jonge dier vertrouwd te maken aan de omgeving.

Hebt u dan nog vragen bv. omtrent de voeding, gedrag, hygiëne etc. kan u die ons gerust stellen tijdens de consultatie. We helpen maar al te graag om de komst van een nieuw dier binnen het gezin zo vlot mogelijk te laten verlopen!

Op controle bij de dierenarts

Wanneer en hoe vaak kom ik best op controle met mijn huisdier?

De meeste baasjes kiezen ervoor om jaarlijks op controle te komen met hun troeteldier.
Wij raden dat ook sterk aan omdat dikwijls kleine of beginnende afwijkingen opgemerkt worden tijdens zo een onderzoek.
Dit wordt gewoonlijk gecombineerd met de jaarlijkse vaccinatie. Ontwormen, ontvlooien en een tekenbehandeling horen daar meestal ook bij.

Je huisdier wordt telkens grondig onderzocht:

  • hart- en long auscultatie
  • controle van het tandvlees en de tanden
  • nazicht van de vacht
  • controle lymfeknopen
  • controle spijsvertering
  • controle geslachtsdelen
  • inspectie van de ogen en oren
  • nagels
  • nazicht anaalzakjes
  • opvolging gewicht
    Alle informatie die we verzamelen over jouw huisdier tijdens zo een onderzoek wordt zorgvuldig bijgehouden in hun persoonlijk dossier, zodat een betrouwbare en vlotte opvolging mogelijk is.

Vaccinaties

Waarom moet mijn dier gevaccinneerd worden?

Om mijn dier te beschermen tegen virale infecties:
Het afweersysteem bestrijdt virale infecties met antistoffen die het lichaam zelf aanmaakt of die via de placenta of moedermelk doorgegeven zijn.
Bij jonge dieren is het afweersysteem nog niet volledig ontwikkeld waardoor deze dieren erg gevoelig zijn aan infecties.
Door middel van een vaccin krijgt het afweersysteem de nodige steun om een infectie vroegtijdig te herkennen en het dier ertegen te beschermen.

Omdat het in sommige gevallen verplicht is:
Vaccinatie tegen hondsdolheid is verplicht wanneer je met je hond, kat of fret op reis wil gaan naar het buitenland.
Voor hondenscholen en hondenshows is een vaccinatie tegen kennelhoest verplicht!

Welke bijwerkingen hebben vaccinaties?

Alle (dier)geneesmiddelen kunnen bijwerkingen veroorzaken, dus ook vaccins.
Bijwerkingen na vaccinatie komen zelden voor en vertonen zich doorgaans als mild en voorbijgaand.
Meest voorkomend zijn lokale reacties ter hoogte van de injectieplaats, zoals een bultje of zwelling die al dan niet pijnlijk is. Dat verdwijnt meestal na enkele dagen.
Andere minder voorkomende symptomen zijn rustig zijn, koorts, minder eetlust, braken en diarree, overgevoeligheidsreactie.
Deze bijwerkingen wegen echter niet op tegen het voordeel om je dier te laten vaccineren, wat zorgt voor bescherming tegen ernstige ziekten.
Zijn hieromtrent vragen of ben je ongerust na vaccinatie neem gerust met ons contact op.

Wanneer en hoe frequent laat ik mijn dier vaccineren?

Vanaf vijf weken leeftijd kan een pup of kitten gevaccineerd worden om hen te beschermen tegen een aantal potentieel levensbedreigende virussen.
Op die leeftijd zijn er echter ook nog antistoffen aanwezig die ze van het moederdier gekregen hebben, die een gedeelte van dit vaccin neutraliseren. Je bent daardoor niet zeker van honderd procent bescherming, een herhaling van de vaccinatie is daarom noodzakelijk (boostervaccinaties).

Er bestaan tegenwoordig vele discussies over het wanneer en hoeveel vaccineren van honden en katten. Het is belangrijk om een evenwicht te vinden tussen de dieren voldoende te beschermen enerzijds, en anderzijds ook niet te gaan “over-vaccineren”.
Dikwijls hangt een vaccinatieschema af van de infectiedruk in de omgeving van het dier, gedrag en levenswijze.

Doorgaans hanteren we volgende vaccinatieschema ‘s:
➢ VACCINATIESCHEMA HOND:

  • Primovaccinatie ten vroegste op 6 of op 8 weken leeftijd. Belangrijk ter bescherming tegen parvovirose.
  • Een eerste combinatievaccin (hondenziekte, parvovirose, rattenziekte) op 12 weken leeftijd. Eventueel gecombineerd met een vaccin tegen kennelhoest en of hondsdolheid als nodig.
  • Een herhaling combinatievaccin op 16 weken leeftijd.
  • Jaarlijke herhalingsvaccinatie tegen rattenziekte en kennelhoest
  • Drie-jaarlijkse herhalingsvaccinatie van hondenziekte, parvovirose en hondsdolheid.➢ VACCINATIESCHEMA KAT:
  • Primovaccinatie op 8 weken leeftijd.
  • Herhaling van het vaccin op 12 weken leeftijd, eventueel gecombineerd met vaccin tegen hondsdolheid
  • Jaarlijkse herhalingsvaccinatie➢ VACCINATIESCHEMA FRET
  • Primovaccinatie vanaf 6 weken leeftijd
  • Herhaling van het vaccin 3-4 weken later
  • Jaarlijkse herhalingsvaccinatie➢ VACCINATIESCHEMA KONIJN
  • Vaccinatie tegen myxomatose en RHD1 vanaf ten vroegste 5 weken leeftijd
  • Vaccinatie tegen RHD2 vanaf ten vroegste 10 weken leeftijd
  • Jaarlijkse herhalingsvaccinatie tegen myxomatose en RHD1
  • Zesmaandelijkse herhalingsvaccinatie tegen RHD2

Welke vaccinaties bestaan er voor de hond?

➢ Infectieuze hepatitis
Adeno-virus type 1 veroorzaakt een leverontsteking bij de pups en gaat gepaard met koorts, bloedingen, braken en ontsteking van de ogen. Het kan zorgen voor plotse dood bij pups. Bij volwassen dieren is de ernst van de symptomen zeer variabel.
Een vaccin tegen deze ziekte behoort tot de driejaarlijkse basisvaccinatie.

➢ Hondenziekte/ziekte van carré/distemper
Hondenziekte was vroeger een vaak voorkomende ziekte dikwijls met dodelijke afloop. Ook na genezing droegen de pups nog gevolgen van deze infectie, dit uitte zich onder andere in epilepsie.
Het virus tast verschillende systemen aan waaronder het zenuwstelsel, spijsverteringsstelsel, ademhalingsstelsel en de huid.
Ook de afweer wordt onderdrukt wat het dier gevoelig maakt voor bijkomende infecties. Letsels aan voetzoolkussens en oogafwijkingen komen ook voor.
Het op regelmatige basis toedienen van het vaccin en de doeltreffendheid ervan hebben ervoor gezorgd dat deze ziekte nog slechts heel sporadisch opduikt.
Vandaag de dag behoort het vaccin tegen deze ziekte tot de basisvaccinatie die driejaarlijks wordt toegediend.

➢ Parvovirose of kattenziekte
Parvovirose is een nog vaak voorkomende en dikwijls dodelijke virale ziekte bij pups. Besmette pups worden plots ziek en hebben erge waterige en bloederige diarree met een typisch onwelriekende geur. Ze weigeren alle voeding en gaan braken waardoor ze snel uitdrogen en met voedingstekorten kampen. Hun afweersysteem wordt aangetast wat het vechten tegen het virus bijna onmogelijk maakt. Alleen de eigen antistoffen en die van de moeder kunnen de pups hiertegen beschermen.
Tijdige en herhaalde vaccinatie van zowel het moederdier als de pups is hierbij dus uitermate belangrijk!

➢ Rattenziekte of leptospirose (ziekte van weil)
Deze ziekte wordt veroorzaakt door spirocheten (bacteriën) die voorkomen bij knaagdieren en in de omgeving kunnen terechtkomen via de urine. Ze overleven in water en kunnen de hond via de huid besmetten. Honden die vaak in contact komen met stilstaand water (beken, rivieren, vochtige aarde) kunnen aldus in aanraking komen met deze vaak dodelijke spirocheten.
Ook mensen zijn gevoelig voor infectie. Symptomen zijn zeer variabel: nierfalen, leverfalen, afwijkingen in het ademhalingsstelsel, bloedingen.
De ernst ervan is afhankelijk van de leeftijd en immuunstatus van het dier en van de soort leptospiren.
Het vaccin geeft voorlopig nog geen volledige bescherming tegen alle bestaande variëteiten.
Minimum jaarlijkse vaccinatie is noodzakelijk!

➢ Kennelhoest
Kan zowel door een virus (para-influenza, adeno-virus type 2) als een bacterie (Bordetella bronchiseptica) worden veroorzaakt.
Het manifesteert zich door een luide droge hoest, die van voorbijgaande aard kan zijn bij voornamelijk volwassen honden, maar bij pups en honden met verminderde afweer kan de ziekte evolueren naar een meer ernstige vorm van algemeen ziek zijn.
Het is een typisch probleem die voorkomt op plaatsen waar honden in grote groep aanwezig zijn: hondenscholen, hondenpensions, kwekerijen en winkels, hondenshows. Hier krijgt de ziekte makkelijk de kans zich te verspreiden.
Het vaccin kan onderhuids toegediend worden en geeft na een herhalingsvaccinatie bescherming voor één jaar. Een typische entreactie is waarneembaar: een harde onderhuidse schijf of knobbel die na enkele dagen volledig verdwijnt.
Het vaccin kan ook toegediend worden via de neus. Deze vaccinatie geeft iets sneller bescherming dan de injectie, maar kan soms een lichte, voorbijgaande vorm van kennelhoest uitlokken.

➢ Hondsdolheid / rabies
Hondsdolheid is een dodelijk virus dat besmettelijk is voor de mens en voor andere dieren. Het kan bij dieren aanleiding geven tot een “furieuze” vorm met de typische razernij, of een “paralytische” vorm waarbij het dier verlamming vertoont.
In België komt hondsdolheid niet voor en is vaccinatie niet meer verplicht. Wil je met je hond, kat of fret op reis naar het buitenland, dan is vaccinatie tegen hondsdolheid verplicht. Deze moet normaal gezien elke drie jaar herhaald worden. Voor meer info over reizen naar het buitenland: FAQ

➢ Ziekte van lyme of borreliose
De ziekte van Lyme wordt veroorzaakt door spirocheten (bacteriën) en wordt in Europa voornamelijk voortgebracht via teken (de ixodes ricinus teek).
Deze teken zijn in mindere mate ook in België aanwezig en actief van het voorjaar tot diep in het najaar. (Meer info over teken: FAQ)
Wel blijken 10-23% van deze teken in België besmet te zijn met Borrelia. Elke hond die gebeten is door een geïnfecteerde teek heeft risico de ziekte van Lyme te ontwikkelen. Nadat een teek een hond heeft gebeten duurt het nog 36-48 uren voordat deze de hond kan besmetten met Borrelia. De teek verwijderen met een tekentang gebeurt best tijdig. Symptomen zijn pas maanden na de tekenbeet zichtbaar en dikwijls heel vaag in het begin.
Preventief kan een efficiënt tekenmiddel toegediend worden, in gebieden waar veel (besmette) teken voorkomen kan vaccinatie tegen de ziekte overwogen worden.
Het vaccin dient jaarlijks herhaald te worden.

➢ Herpesvirus

Welke vaccinaties bestaan er voor de kat?

➢ Kattenziekte
Deze zeer besmettelijke en vaak dodelijke ziekte komt gelukkig nog slechts zelden voor dankzij het efficiënt vaccineren.
Het is een zeer besmettelijke ziekte met symptomen als depressie, braken, diarree en sterfte door uitdrogingsverschijnselen.
Besmetting gebeurt via uitwerpselen, maar kan ook indirect via schoenen, kleding, voederbakjes etc… Dus ook katten die binnenshuis leven worden best tegen deze ziekte beschermd. Het is een zeer resistent virus dat lang actief blijft in de omgeving.

➢ Niesziekte
Niesziekte kan veroorzaakt worden door een virus (herpesvirus, calicivirus) en/of een bacterie (chlamydia). Het is een welbekende en alom verspreide ziekte die opnieuw zeer besmettelijk is en vaak aanleiding geeft tot chronische infecties. In zijn mildste vorm komt het tot uiting als frequent niezen zonder bijkomende symptomen, maar het kan ook ernstiger vormen aannemen met etterende oogvloei en neusvloei, verminderde eetlust en koorts.
Calicivirus geeft ook aanleiding tot zweertjes in de mond. Zeldzaam kan het gewrichtsontstekingen veroorzaken waardoor de kat gaat manken. Het is een zeer resistent virus dat tot een maand infectieus kan blijven in een droge omgeving.
Herpesvirus blijft na herstel van de kat nog sluimerend aanwezig en de meeste katten blijven levenslang drager. Bij stress situaties kan het virus terug actief worden en ook overgedragen worden op andere katten.
Chlamydia gaat dikwijls gepaard met milde tot ernstige ontsteking van de ogen, komt meestal voor bij katjes jonger dan 1 jaar en besmetting gebeurt voornamelijk via oogvloei.

➢ Kattenleukose
Kattenleukose wordt veroorzaakt door het feline leukemievirus en heeft een wisselend verloop, het kan gaan van symptoomloos tot ernstig ziek met fatale afloop door ontwikkeling van tumoren (lymfoma) en ondermijning van het afweersysteem.
Jaarlijkse vaccinatie wordt aangeraden in risicogebieden, onder andere bij aanwezigheid van lokale zwerfpopulaties.

➢ Feliene infectieuze peritonitis (FIP)
FIP is een eigenaardige ziekte veroorzaakt door een coronavirus dat ook vaak bij gezonde katten teruggevonden wordt. Bij verzwakte en gevoelige dieren kan een infectie fataal aflopen. Er is een droge vorm met aantasting van de organen en hersenen en een natte vorm met vochtopstapeling in de buik.
Er bestaat een vaccin, maar dat wordt door onze praktijk niet aangeraden omdat het onbetrouwbaar is.

➢ Felien immunodeficiëntievirus (FIV)
FIV is nauw verwant met HIV (humane immunodeficiëntievirus) dat aids veroorzaakt maar is zeker niet besmettelijk voor de mens. Er bestaat geen vaccin tegen deze ziekte. Besmette dieren kunnen soms nog jaren overleven. Contact met andere niet-besmette katten moet uiteraard vermeden worden en binnenhouden van FIV positieve katten wordt sterk aanbevolen.

➢ Hondsdolheid of rabies

Hondsdolheid is een dodelijk virus dat besmettelijk is voor de mens en voor andere dieren. Het kan bij dieren aanleiding geven tot een “furieuze” vorm met de typische razernij, of een “paralytische” vorm waarbij het dier verlamming vertoont.
In België komt hondsdolheid niet voor en is vaccinatie niet meer verplicht. Wil je met je hond, kat of fret op reis naar het buitenland, dan is vaccinatie wel verplicht. Deze moet normaal gezien elke drie jaar herhaald worden. Voor meer info over reizen naar het buitenland: klik hier.

Welke vaccinaties bestaan er voor het konijn?

➢ Myxomatose
Myxomatose wordt overgedragen zowel door contact met wilde besmette konijnen als door vlooien en muggen. Het is een zeer ernstige ziekte gekenmerkt door vochtige ogen, vuile neus, huidknobbels, die meestal ook tot sterfte leidt.
We raden je aan om je konijntjes jaarlijks te vaccineren indien zij in de tuin verblijven en als een groot risico op besmetting mogelijk is.

➢ RHD type 1 – Rabbit haemorrhagic disease (RHD) of virale hemorrhagische diathese (VHD)
RHD is een ziekte die voorkomt bij konijnen, zich razendsnel verspreid en op korte tijd sterfte veroorzaakt. Konijntjes worden besmet door vliegen, muggen of door het in contact komen met urine/ontlasting van een geïnfecteerd (dikwijls wild!) konijn. Dit kan zowel rechtstreeks als via besmet voer (bv. groenvoer geplukt langs de kant van de weg). Een goed beschermend vaccin is beschikbaar dat jaarlijks mag herhaald worden.

➢ RHD type 2
Vorig jaar werd een nieuwe variant van RHD – type 2 – ontdekt waartegen het huidige vaccin geen bescherming biedt. Konijnen worden op dezelfde manier besmet en het virus is even dodelijk, zelfs bij zeer jonge konijntjes. Vanwege het hoge sterfte-aantal bij besmette konijnen werd ons snel een geschikt vaccin ter beschikking gesteld om hen tegen het virus te beschermen.
Het vaccin is enkel beschikbaar per dosissen van vijftig en na openen van de flacon moet die binnen enkele uren verbruikt zijn. Daarom trachten we regelmatig “vaccinatiedagen” in te richten, zodanig dat alle konijnen de kans hebben om het vaccin te krijgen en kunnen we ook de prijs wat drukken.
Tijdens deze dagen houden we rekening met, zoals altijd, strenge hygiënemaatregelen.
Wil je graag langskomen met je konijn op een van deze dagen, stuur ons gerust een mailtje met je gegevens, dan laten we je tijdig weten wanneer het vaccin kan gegeven worden.

Welke vaccinaties bestaan er voor de fret?

➢ Hondenziekte of distemper
Hondenziekte is een erg dodelijke ziekte vooral gekenmerkt door ademhalingssymptomen en huidproblemen. Efficiënte jaarlijkse vaccinatie heeft het voorkomen van de ziekte al erg verminderd.

➢ Influenza
Fretten zijn heel gevoelig voor griepvirussen die ze niet alleen van andere fretten, maar ook van mensen kunnen overnemen. Vaccinatie wordt niet toegepast gezien de goedaardigheid van deze infectie.

➢ Hondsdolheid / rabies
Wil je met je hond, kat of fret op reis naar het buitenland, dan is vaccinatie tegen hondsdolheid verplicht. Deze moet normaal gezien elke drie jaar herhaald worden. Voor meer info over reizen naar het buitenland: klik hier.

Welke vaccinaties bestaan er voor de duif?

➢Paramyxovirose of pseudovogelpest
Een zeer besmettelijk, meestal niet-dodelijk virus waartegen jaarlijkse vaccinatie een goede bescherming biedt.
Vaccineren is wettelijk verplicht voor duiven die aan wedstrijden of tentoonstellingen deelnemen.

Vlooien

Hoe weet ik of mijn dier vlooien heeft?

Controleer telkens ELK dier dat jeuk heeft grondig op vlooien!
➢ Meestal zijn de vlooien zelf vlot terug te vinden op het dier.
Het zijn zijdelings afgeplatte beestjes van enkele millimeters groot die zich snel bewegen in de vacht en opspringen bij aanraken. Ze bevinden zich vooral in de buurt van de staartbasis, liesplooien en de kop of halsstreek.
➢ In andere gevallen zijn ze moeilijk terug te vinden, onder andere door hun snelle beweging en wegvluchten van het licht. Ook bij honden of katten met een donkere of dichte vacht is het niet altijd zo eenvoudig. ➢ Ook vlooienmest is dikwijls makkelijk aan te tonen in de vacht als kleine roodbruine kommavormige partikels.
➢ Belangrijk om weten is dat de speekseleiwitten van een vlo een allergische reactie kunnen uitlokken. Hierbij heeft het dier heel erge jeuk met dikwijls bijkomende huidletsels en zijn er meestal erg weinig vlooien aanwezig Het is zo dat bij een allergisch dier zelfs één vlooienbeet per week kan volstaan om een vlooienallergie te onderhouden. Erge jeuk met haaruitval zijn dus niet steeds synoniem van een erge vlooieninfestatie!

Waarom aan vlooienbestrijding doen?

Vlooien vormen een nog steeds toenemend en moeilijk te bestrijden probleem. Ze veroorzaken niet alleen intense jeuk maar brengen ook allerlei ongemakken met zich mee:
➢ Bij een hond of kat met een vlooienallergie kunnen hevige huidreacties ontstaan;
➢ Erge vlooieninfestaties bij jonge pups of kittens kunnen hen sterk verzwakken en aanleiding geven tot bloedarmoede;
➢ Bij de eigenaar zelf kan ook af en toe een jeukende vlooienbeet teruggevonden worden. Vlooien overleven echter niet bij de mens, maar er zou wel een verband kunnen zijn met de kattenkrabziekte!
➢ Erge vlooieninfestaties bij jonge pups of kittens kunnen aanleiding geven tot bloedarmoede en verzwakking;
➢ Vlooien kunnen ook tussengastheer zijn van bepaalde parasieten, waaronder de lintworm.

Hoe kan ik aan vlooienbestrijding doen?

➢ Ter preventie en behandeling van vlooien zijn er tegenwoordig tal van mogelijkheden:
– een spot on die u in de hals van het dier op de huid aanbrengt
– een tablet
– een halsband
– een spray
Dat zorgt binnen de 24h voor een afdoding van de volwassen vlooien.
Let hierbij wel op de gebruikte dosis volgens gewicht, en of het product mag gebruikt worden bij de desbetreffende diersoort en of de werkzaamheid betrouwbaar is. Sommige vlooienbestrijdingsmiddelen zijn giftig voor de kat of konijn. Bij twijfel aarzel niet om met ons contact op te nemen, beter voorkomen dan genezen!
Let er op uw huisdier niet te wassen of te laten zwemmen de eerste 48 uren voor en na de toediening van een spot on!
Kijk ook goed na wanneer u het product opnieuw dient toe te dienen, de meeste moeten na vier weken herhaald worden om een goede bescherming te verzekeren.

➢ Heel belangrijk is het stofzuigen en reinigen van de omgeving. Volwassen vlooien bevinden zich enkel op het dier zelf, maar de eitjes, larven en poppen zijn terug te vinden in de omgeving van het dier, meer bepaald de katten- of hondenmand, spleten in de vloer, muur, matten… Reinigen met stoom kan ook heel effectief zijn voor het vernietigen van de vlooiencocons.

➢ Ook niet te vergeten is het behandelen van alle dieren in huis aanwezig, meer bepaald alle honden, katten, fretten en konijnen.

Wanneer en hoe vaak gebruik ik een anti-vlooienmiddel?

➢ Tijdens de zomermaanden is de infectiedruk het hoogst: van maart tot september kan je best op regelmatige basis behandelen. Afhankelijk van het soort middel, dient dit maandelijks te gebeuren (zoals bij de meeste spot ons en tabletten), 3-maandelijks of elke 8 maanden (bepaalde halsbanden)
➢ Tijdens de wintermaanden volstaat vaak een twee- tot driemaandelijkse behandeling, op voorwaarde dat er geen vlooienprobleem bestaat!
➢ Dit zijn slechts richtlijnen; dikwijls vragen verschillende gezinssituaties een aparte aanpak, uiteraard mag u ons hierover steeds contacteren.

Teken

Wat zijn teken en wat kan ik er aan doen?

Teken zijn spinachtige parasieten die vooral in bossen, struiken en hoog gras voorkomen.

De volwassen stadia laten zich op een voorbijkomende gastheer vallen, waarbij de wijfjes zicht vastzetten op de huid om zich vol te zuigen met bloed. De tekenbeet zelf voel je niet omdat de teek hierbij een verdovende stof gebruikt.
Bij aanvang zijn ze slechts een speldenkopje groot, maar naargelang de tijd ze op het dier verblijven gaan ze groeien. Als het wijfje voldoende lang op de gastheer heeft verbleven laat ze zich op de grond vallen om haar cyclus voort te zetten.

Teken worden best zo snel mogelijk verwijderd met een tekentang: neem de teek vast tegen de huid en draai in tegenwijzerzin. Zo voorkom je dat geen monddelen in de wonde achterblijven die een lokale reactieknobbel kunnen veroorzaken.
Het gebruik van ether, alcohol of andere middelen voor het verwijderen van de teek is sterk af te raden: dit lokt een speekselreactie uit bij de teek, waardoor besmet speeksel in de bloedbaan van de gastheer kan terechtkomen.

Er zijn verschillende bestrijdingsmiddelen beschikbaar: spray, tablet, spot on of halsband. Een behandeling mag maandelijks herhaald worden. Bij Bravecto tabletten is dat drie-maandelijks. Bepaalde halsbanden werken afwerend en afdodend gedurende acht maanden.
Diverse middelen zijn bij ons verkrijgbaar.
Een beperking van de bestrijdingsmiddelen is dat de teken pas sterven na 24-48uur. Niettegenstaande volstaat dit wel om een overdracht van ziekte te voorkomen.

Zijn teken gevaarlijk?

Teken zijn dragers van enkele belangrijke ziekten zoals babesiose, ehrlichiose en de ziekte van Lyme of borreliose.
Deze ziekten zijn vooral voorkomend in de zuiderse landen, maar steeds meer gevallen van borreliose worden in België gemeld. Het is van belang dat teken verwijderd worden binnen de 24-48 uren na de tekenbeet zodat geen overdracht van de bacteriën kan plaatsvinden.
Meer info over de ziekte van Lyme: FAQ

Luizen

Kan mijn huisdier luizen hebben? Hoe voorkomen en genezen?

Luizen komen bij huisdieren gelukkig alleen nog voor in uiterst gebrekkige hygiënische omstandigheden.
Men kan ze af en toe aantreffen bij verwaarloosde pups en kittens.
De aanwezigheid van neten op de haren en zich traag voortbewegende bleekbruine afgeplatte diertjes van enkele millimeters groot bevestigen al gauw het vermoeden van een luizeninfectie.
Gelukkig is een bestrijding heel eenvoudig met de klassieke anti-luizen/-vlooien middelen.
TIP: vind je een verwaarloosd hondje of katje, ga dan eerst bij de dierenarts langs ter controle, het kan je heel wat moeite en narigheid besparen!

Wormen

Waarom moet ik mijn hond of kat ontwormen?

Honden en katten kunnen op verschillende manieren in aanraking komen met wormen:
➢ rechtstreeks contact met geïnfecteerde dieren;
➢ eten van besmet voedsel (bv. rauw vlees, slachtafval)
➢ contact met ontlasting dat wormen/wormeieren bevat;
➢ vlooien;
➢ contact met besmette prooidieren zoals knaagdieren;
➢ via het moederdier nog voor de geboorte of via drinken van besmette melk;
➢ besmette vacht of poten, inname door zichzelf te wassen

Preventie is zeer belangrijk!!!
➢ Een erge of chronische worminfestatie kan oa. leiden tot diarree en/of braken, vermageren en algemeen ziek zijn. Bij jongere dieren zijn sommige infecties met inwendige parasieten zelfs levensbedreigend;
➢ Verschillende infecties zijn ook besmettelijk voor de mens! je huisdier maakt steeds vaker een belangrijk deel uit van je gezin en het dier wordt dagelijks geknuffeld, geaaid of er wordt mee gespeeld waardoor er een risico op besmetting is. Vooral kinderen zijn hier gevoelig voor.
➢ Dikwijls zijn honden of katten met wormen besmet zonder we het weten!

Welke soorten wormen zijn er?

Er zijn verschillende soorten wormen waaronder spoelwormen, lintwormen, haakwormen, zweepwormen, hartwormen, oogwormen en longwormen.
Enkele kunnen makkelijk macroscopisch waargenomen worden, andere zijn slechts enkele mm groot en nog andere zijn enkel microscopisch zichtbaar. Ook wormeieren zijn microscopisch klein.
Meestal zijn er ook in het begin van de infectie geen klachten.

➢ Lintworm
Door een vlooieninfestatie kan een hond of kat met lintwormen besmet worden.
Lintwormschakels hebben het uitzicht van een rijstkorrel die vaak rond de anus terug te vinden zijn of op de ligplaats van de kat of hond.
Enkel bij massale infectie kunnen lintwormen problemen veroorzaken, zoals vermageren, braken en diarree. Eenvoudige bestrijding kan met een geschikt ontwormingsmiddel. Vergeet de vlooienbestrijding niet!

➢ Spoelworm
Pups worden soms reeds in de baarmoeder besmet met spoelwormen als het moederdier hiervan drager is. Ook na de geboorte worden ze via de moedermelk en uitwerpselen verder besmet. Kittens worden enkel na de geboorte besmet.
Spoelwormen kunnen vrij groot worden en kan je zien in het braaksel of de uitwerpselen. Met de microscoop worden de eitjes in de ontlasting makkelijk opgespoord.
Strikte hygiëne (vooral in kennels) en regelmatig ontwormen van volwassen en pasgeboren dieren kan heel wat problemen voorkomen. Pups mogen vanaf de leeftijd van twee weken, kittens vanaf drie weken ontwormd worden. Volwassen dieren moeten om de drie maand levenslang behandeld worden! Bovendien zijn spoelwormen potentiëel gevaarlijk voor mensen waar ze erge letsels in verschillende organen kunnen veroorzaken.
Let op: zandbakken zijn een gevaar voor infectie, vooral bij kinderen!

➢ Haakworm en zweepworm
Bij massale infectie kunnen deze levensgevaarlijk zijn voor jonge dieren. Beide soorten wormen zijn enkel microscopisch op te sporen in een staal van de ontlasting.
Een goede hygiëne en regelmatig ontwormen voorkomt problemen.

➢ Longworm
Longworminfecties komen meer en meer voor in Europa en onze streken. Honden en katten worden besmet door orale opname van larven die door slakken worden uitgescheiden (huisjesslakken en naaktslakken). De larven ontwikkelen zich verder in de longen tot volwassen wormen en brengen de longen schade toe wat hoesten teweeg brengt.
Bij een kat verloopt de infectie dikwijls met weinig symptomen, bij honden is een chronische hoest meer voorkomend.
Een efficiënt ontwormingsmiddel kan de infectie teniet doen.

➢ Hartworm
Hartwormen zijn voornamelijk terug te vinden in het middellands zeegebied. De larven worden via stekende muggen overgebracht, waarna ze zich in de honden ontwikkelen tot volwassen wormen en zich nestelen in het hart. Symptomen kunnen lang uitblijven maar een infectie kan uiteindelijk aanleiding geven tot sterfte. Goede afwerende middelen tegen muggen en tijdig ontwormen zijn van belang bij reizen naar het zuiden.

➢ Coccidiose
Coccidia zijn parasieten waarmee het dier besmet wordt door contact met andere dieren, eten van rauw vlees en knaagdieren. Vooral bij jonge dieren kan het erg waterige diarree veroorzaken.
Ze zijn microscopisch klein en kunnen bijgevolg enkel met een microscoop opgespoord worden in de ontlasting.
Opnieuw is een goede hygiëne samen met een efficiënte behandeling van groot belang.

➢ Giardia
Een darmparasiet die voorkomt bij zowel zoogdieren, vogels als koudbloeddieren. Het is een eencellige parasiet en één van de meest voorkomende ter wereld. Dieren worden besmet door contact met een besmette gastheer of orale opname van voedsel of water besmet met cysten. De cysten overleven weken- tot maandenlang in de omgeving. Vooral bij jonge honden veroorzaakt de parasiet diarree die dikwijls chronisch intermitterend en slijmerig is. Volwassen honden vertonen dikwijls geen ziekteverschijnselen.
Er is een risico dat de parasiet wordt overgedragen op de mens.
Giardia kunnen opgespoord worden in de ontlasting met een microscoop.

Hoe en hoeveel keer ontworm ik best mijn kat of hond?

Ter preventie en behandeling bestaan verschillende pasta’s, tabletten, siropen en spot ons met elk hun eigen spectrum en werkingsmechanisme.

Pups en kittens kunnen een eerste maal reeds ontwormd worden vanaf 2 resp. 3 weken leeftijd, dit kan elke twee weken herhaald worden tot ze 8 weken jong zijn. Tegelijkertijd kan de lacterende moeder ook ontwormd worden.
Eens bij de eigenaar aangekomen, is een maandelijkse behandeling aan te raden tot de leeftijd van 6 maanden.

Over het algemeen adviseren we je om je volwassen huisdier driemaandelijks te ontwormen en om dit ook bij elk dier gelijktijdig te doen. Ook vlooienbestrijding is hierbij belangrijk gezien zij een lintworminfectie kunnen overbrengen.

Heb je zelf wormen in de ontlasting gezien bij je huisdier of vermoed je een besmetting, behandel je best twee keer met drie weken tussen, zodanig dat de cyclus van de worm doorbroken wordt en je zeker bent dat een herbesmetting niet mogelijk is. Vergeet niet om dit dan ook bij alle dieren te doen ook al heb je bij hen niets opgemerkt. Komt herinfectie met wormen vaak voor, aarzel niet om alle dieren maandelijks te behandelen.

Afhankelijk van de situatie (oa. omgeving, huidige infectie, gedrag van het dier) en het gebruikte product kan een persoonlijk ontwormingsschema opgesteld worden.
Bijvoorbeeld: bij katten die in huis leven is een zes-maandelijkse behandeling dikwijls voldoende. Gezinnen met kinderen doen er goed aan de dieren elke drie maanden te ontwormen.

Vruchtbaarheid en dracht

Wanneer is mijn hond volwassen en vruchtbaar?

  • REU: vruchtbaar vanaf een gemiddelde leeftijd van zes maanden
  • TEEF: de eerste loopsheid treedt op tussen de leeftijd van zes à veertien maanden. De teef is alleen vruchtbaar tijdens de loopsheid die afhankelijk van het ras om de vijf à twaalf maanden terugkeert. De periode van de loopsheid wordt gekenmerkt door vaginaal bloedverlies en duurt normaal een drietal weken. De vruchtbare periode is echter beperkt tot 48 uur. De zaadcellen van de reu kunnen verschillende dagen overleven in de baarmoeder waardoor bevruchting mogelijk is tussen de 9de en 18de dag na het begin van de loopsheid.

Wanneer is mijn kat volwassen en vruchtbaar?

Zowel de kater als kattin zijn vruchtbaar vanaf een gemiddelde leeftijd van zes maanden.
De kattin heeft een geïnduceerde ovulatie, wat betekent dat als de kattin krols is, elke dekking onder normale omstandigheden gevolgd wordt door een eisprong en dus ook door dracht. Dat wil ook zeggen, als er geen kater in de buurt is dat de kattin krols blijft, of continu perioden van krolsheid doormaakt.
Een kattin kan door verschillende katers na elkaar gedekt worden, laat een raskat na dekking dus nooit vrij buiten rondlopen!

Wat is de dachtduur? (aantal dagen)

• Hond 63 (57-72)
• kat 63
• cavia 68
• fret 42
• goudhamster 16
• muis 19
• rat 21
• konijn 31

Hoe weet ik of mijn hond of kat drachtig is?

Of je hond of kat drachtig is of niet kunnen we aan de hand van verschillende technieken te weten komen, afhankelijk van het tijdstip in de dracht:
➢ vanaf dag 25 is het mogelijk om via bloedonderzoek uit te maken of je hond drachtig is of niet. Dit gebeurt aan de hand van bepaling van relaxine, een hormoon dat door de placenta uitgescheiden wordt;
➢ vanaf dag 25 is drachtdiagnose mogelijk dmv echografie;
➢ tussen dag 24 – 35 kunnen we de dracht bij rustige teven en kattinnen bevestigen door buikpalpatie;
➢ vanaf dag 45 zijn de skeletjes van de pups of kittens verbeent en kan een radiografische opname genomen worden. Hierbij kan men ook een idee krijgen over het aantal pups, hun grootte en hun vitaliteit. Dit zonder enig risico voor het moederdier en de foetussen.
➢ De laatste twee weken van de dracht kan je soms de pupjes zien bewegen in de buik van de moeder terwijl ze rustig neerligt.

Mijn hond wordt niet drachtig, wat is het probleem?

Is je hond niet drachtig kunnen verschillende factoren hiervan aan de basis liggen.
Een belangrijke oorzaak is dikwijls een verkeerd dektijdstip.
Het begin van de ovulatie en de juiste dekdatum kan vrij exact bepaald worden door een bloedname bij de teef waarbij het progesterongehalte bepaald wordt. Dit wordt gewoonlijk voor de eerste maal gedaan vanaf 5-7 dagen na begin van het vaginaal bloedverlies. Indien nodig wordt dit dan elke 2 à 3 dagen herhaald tot we het juiste dektijdstip kennen.
Om hierover meer zekerheid te krijgen kan vanaf 5-7 dagen na de start van de loopsheid (= vaginaal bloedverlies) een bloedname verricht worden ter controle van het progesterongehalte. Indien nodig wordt dit dan elke 2 à 3 dagen herhaald tot we het juiste dektijdstip kennen.

Bij problemen of indien u advies hieromtrent nodig heeft helpen we u graag.

Mijn hond of kat is ongewenst gedekt, wat nu?

Bij de hond kan de zwangerschap veilig beëindigd worden door middel van twee opeenvolgende injecties met een interval van 24u. De resorptie of abortus treedt op binnen de 7 dagen.
Als de injectie gegeven wordt binnen de 20 dagen na de dek brengt dit gewoonlijk geen ongemakken mee voor de teef. Bij toediening na 20 dagen kunnen verschijnselen waargenomen worden alsof de teef gaat werpen (foetale uitdrijving, vaginale uitvloei, verminderde eetlust, agitatie, melkklierontwikkeling)
Eventueel kan drachtonderbreking ook operatief gebeuren indien je toch van plan bent de teef te laten steriliseren.
Bij de kat kan stopzetten van de dracht ook door middel van een injectie, maar hier wordt meestal gekozen voor sterilisatie.

Steriliseren en castreren

Wat is steriliseren en castreren

Zoals de termen in de volksmond gekend zijn, en hoe wij ze ook het liefst gebruiken, is een sterilisatie het onvruchtbaar maken en hormonale productie stilleggen van een vrouwelijk dier, en een castratie het onvruchtbaar maken en hormonale productie stilleggen van een mannelijk dier.

Bij die zogenaamde sterilisatie worden dan gewoonlijk de eierstokken verwijderd (= ovariëctomie) of indien dat medisch nodig is de eierstokken samen met de baarmoeder (= ovariohysterectomie).
Een castratie betekend veelal het verwijderen van de testes.

In werkelijkheid is deze terminologie niet correct. Meer bepaald is steriliseren het steriel maken van een dier, m.a.w. het afbinden van de eileiders of zaadleiders zodat het dier onvruchtbaar wordt.
Een castratie komt dan wel overeen met het verwijderen van eierstokken of testes wat onvruchtbaarheid teweeg brengt, alsook de productie van geslachtshormonen wordt stilgelegd.

Wanneer mag mijn huisdier gecastreerd of gesteriliseerd worden?

Hieromtrent bestaan vele discussies en verschillende meningen. Vroegtijdig castreren/steriliseren (d.w.z. voor de geslachtsrijpheid) heeft zowel enkele nadelen als voordelen:
➢ het voordeel is minder kans op kwaadaardige tumoren van het geslachtsapparaat op latere leeftijd (vnl. Melkkliertumoren)
➢ reutjes plassen nog al zittend, katers hebben geen sproeigedrag aangeleerd
➢ agressiviteit bij mannelijke dieren tgv. hormonale invloeden blijven uit en kunnen ook geen deel uitmaken van hun gedragspatroon
➢ nadelen zijn veranderde lichaamsbouw, meer kans op toename van het lichaamsvet en urine-incontinentie

Wij verkiezen om het dier vroegtijdig te castreren/steriliseren.
Dat betekent voor een reu, kater of kattin gemiddeld rond zes maanden leeftijd, voor een teefje vòòr de eerste loopsheid tot een paar maanden na de eerste loopsheid.

Steriliseren van een teefje tijdens de loopsheid wordt afgeraden. Bij de kattin kan een sterilisatie tijdens de krolsheid uitgevoerd worden.

Vroeger werd beweerd dat een teef minstens één nestje moet gehad hebben om het risico op “baarmoederkanker” te verkleinen: dit is een puur fabeltje!

Soms kan een sterilisatie of castratie op latere leeftijd aangevraagd worden of medisch vereist zijn:
➢ baarmoederontsteking
➢ suikerziekte
➢ tumoren van het geslachtsapparaat (melkklieren, testes, anaalklieren…)
➢ prostaatproblemen bij de reu
➢ bij fokdieren, als de eigenaars verder niet meer wensen te fokken
➢ nieuw huisdier van het andere geslacht
➢ …

In asielen en catteries wordt het principe van vroegcastratie / vroegsterilisatie toegepast. De kittens worden geopereerd tussen de leeftijd van 8-1O weken.
De voornaamste reden waarom dit dient te gebeuren, is preventie van ongewenste dracht. Er is in vele steden een gekende zwerfkattenproblematiek en overpopulatie van katten in dierenasielen. In dergelijke populaties worden ziekten overgedragen die de katten erg ziek maken en sterfte kunnen veroorzaken. Door deze maatregel worden vele katten en kittens gered van onontbeerlijke levensomstandigheden en de dood.

Stad Aalst organiseert op regelmatige basis vangacties voor zwerfkatten, die vervolgens gesteriliseerd of gecastreerd worden. Hierna worden gezonde katjes teruggeplaatst in hun kolonie of gaan ze naar het asiel waar ze wachten op een geschikt baasje.

Een premie kan aangevraagd worden voor elke eigenaar in het Aalsterse die zijn kater of kattin laat opereren. Die kan u bij ons inleveren na de operatie van de kat.
Premie sterilisatie/castratie van huiskatten: zie interessante links onderaan de homepage

Hoe kan loopsheid of krolsheid voorkomen worden?

  • Dit kan door toedienen van de prikpil bij de hond (elke zes maanden) of orale toediening van de pil bij de kat (om de twee weken). Dit raden wij ten sterkste af! Er is een sterk verhoogde kans op ontwikkeling van melkkliertumoren op latere leetfijd. Bovendien is het bij de kat onbetrouwbaar.
  • Sterilisatie

Wat zijn voor- en nadelen van sterilisatie bij de hond?

Voordelen zijn:
➢ Vermijden van baarmoederontsteking en infectie
➢ Sterk verminderd risico op melkkliertumoren bij sterilisatie op jonge leeftijd
➢ Geen loopsheid meer, geen vaginaal bloedverlies
➢ Voorkomen van schijndracht
Teefjes vertonen vaak een paar maanden na de loopsheid een moederlijk gedrag, ook al zijn ze niet zwanger. Het gewijzigde karakter en een actieve melkproductie kunnen enkele weken aanhouden
➢ Onvruchtbaarheid bv. in gezinnen met zowel een reu als teefje
➢ Geen wijziging van het karakter: zowel progesteron (moedergedrag) als oestrogenen (driftigheidshormoon) verdwijnen zodat geen hormonaal onevenwicht ontstaat

Nadelen zijn:
➢ Toename in lichaamsgewicht
Een aangepaste, gecontroleerde voeding en goede opvolging van het gewicht kan dit voorkomen.
➢ Verandering van de kwaliteit van de vacht. Ook hierin kan voeding een belangrijke rol spelen.
➢ Operatief: minimaal risico, vooral bij sterilisatie op jonge leeftijd
➢ Onomkeerbare vruchtbaarheid (geen mogelijkheid meer tot fokken)
➢ Mogelijks urine-incontinentie op latere leeftijd. Hiervoor is efficiënte medicatie voorhanden.

Wat zijn voor- en nadelen van castratie bij de hond?

Castratie van een reu raden we enkel aan bij gedragsproblemen, om medische redenen of in bepaalde situaties zoals aanwezigheid van een teefje.

Voordelen zijn:
➢ Verminderd dominant, seksueel en agressief gedrag (maar dit is niet altijd verdwenen!)
➢ geen strippen meer (pootje opheffen in vreemde omgeving of in huis)
➢ verminderde kans op prostaathypertrofie en ontstekingen/tumoren van het mannelijk geslachtstelsel

Nadelen zijn:
➢ Toename in lichaamsgewicht door verhoogde eetlust en minder actief zijn
➢ Door verdwijnen van de invloed van testosteron kan het karakter van de reu veranderen (minder actief, minder speels)

Wat zijn voor- en nadelen van sterilisatie bij de kattin?

Ben je niet van plan om je kattin te laten kweken, dan raden we een sterilisatie op jonge leeftijd ten sterkste aan. Deze methode heeft alleen maar voordelen en voorkomt een overpopulatie van zwerfka tten en het verspreiden van ziektes.

Voordelen zijn:
➢ Geboortebeperking: afname van het aantal zwerfkatten en het voorkomen van ziektes

Nadelen zijn:
➢ Toename in lichaamsgewicht, maar in mindere mate dan bij de teef

Wat zijn voor- en nadelen van castratie bij de kater?

Hierbij is geen twijfel mogelijk: elke dierenliefhebber laat op ten laatste zes maanden leeftijd de kater castreren, tenzij hij als dekkater wordt gehouden

Voordelen zijn:

➢ Geen sproeigedrag meer en dus ook geen onaangename geurtjes in huis
➢ Verminderd agressief gedrag ten opzichte van andere katten: minder vechtletsels en abcessen
➢ Geboortebeperking: afname van het aantal zwerfkatten en het voorkomen van ziektes

Nadelen zijn:
➢ Toename in lichaamsgewicht, maar in mindere mate dan bij de reu
➢ Toegenomen kans op plasprobemen, een goede gewichtscontrole en voldoende

Op reis met of zonder huisdier

Onder welke voorwaarden mag mijn dier mee naar het buitenland?

➢ De hond, kat of fret moet geïdentificeerd zijn door een microchip zodra het de grens overgaat. Een tatouage geldt nog als ze voor 3 juli 2011 werd geplaatst en duidelijk leesbaar is, maar niet als u naar het Verenigd Koninkrijk, Ierland of Malta reist.
➢ Voor honden is een registratie bij BVIRH verplicht. Katten en fretten kunnen geregistreerd worden bij id-chips.
➢ De jaarlijkse basisvaccinaties worden best opgevolgd.
➢ Een (gewoonlijk drie-) jaarlijkse vaccinatie tegen hondsdolheid of rabies is verplicht. Dit kan vanaf de leeftijd van 12 weken, hierbij moet het dier wel gechipt zijn. Gelieve ermee rekening te houden dat een eerste vaccinatie pas geldig is na 21 dagen. Bijgevolg kunnen in de meeste landen (waaronder België) geen dieren binnengebracht worden voor de leeftijd van 15 weken.
➢ De dieren moeten vergezeld zijn van een Europees paspoort met daarin de gegevens over de identificatie, eigenaar, vaccinaties, gezondheidsattesten en behandelingen tegen wormen en teken.
➢ Behandel preventief tegen vlooien, teken en wormen. In sommige landen is dit verplicht: voor reizen naar Verenigd Koninkrijk, Malta, Ierland en Finland moet een behandeling tegen de vossenlintworm (Echinococcus multilocularis) kunnen aangetoond worden.
➢ Afhankelijk van het gebied waarheen je reist, is een behandeling tegen hartworm en zandvliegjes sterk aan te raden. (Zuid-Europa, Oost-Europa)
Zandvliegen kunnen de ziekte van Leishmania overdragen en bij je huisdier de witte bloedcellen aantasten die zorgen voor de afweer. Je hond wordt pas ziek na enige tijd.
Hartworm: FAQ
➢ Bijzondere maatregelen:
Dieren die jonger zijn dan drie maanden
– Reizen met meer dan vijf dieren
– Verbod van bepaalde rassen in bepaalde landen oa. Frankrijk, Duitsland, Kroatië, Denemarken, Zwitserland
– In sommige gevallen is een muilband verplicht
– Bloedname ter controle of er genoeg antistoffen aangemaakt zijn na toediening van het rabiës-vaccin. Dit geldt enkel in bepaalde landen en dient enkele maanden op voorhand te gebeuren.
– Reizen van en naar derde landen
– Dieren die reizen naar Malta, Zweden, Ierland, Cyprus en Verenigd Koninkrijk.
Ook voor Finland, Denemarken en reizen buiten de EU moet aan bepaalde voorwaarden voldaan zijn.
– Meer informatie: zie links algemene info onderaan homepage Raadpleeg ons geruime tijd op voorhand als je met jouw huisdier op reis gaat. Zo voorkom je onaangename verrassingen kort voor het vertrek. We kijken het paspoort na, zorgen dat het gezondheidsonderzoek in orde is en bezorgen je alle preventieve middelen die nodig zijn om met een gerust hart te reizen.

Mijn hond of kat verblijft binnenkort in een pension, wat zijn de gebruikelijke voorwaarden en aanbevelingen?

➢ De basisvaccinaties moeten in orde zijn
➢ Vaccinatie tegen kennelhoest (hond) of kattenleucose dient gebeurd te zijn
➢ Een nauwkeurig aangevuld paspoort door je dierenarts
➢ Best behandel je preventief je hond of kat tegen wormen en vlooien
➢ Het is ook een goed idee jouw huisdier na zijn verblijf opnieuw te behandelen tegen wormen en vlooien. Een (her-)besmetting in een omgeving waar veel dieren bij elkaar zitten is snel gebeurd.
➢ Eventueel kunnen eigen voeding, speeltjes en dekentjes meegenomen worden
➢ Als nodig de uitbaters op de hoogte brengen van de medicatie die je huisdier nodig heeft.
➢ Bezorg gerust het pension onze contactgegevens, zodat zij ons kunnen contacteren bij problemen.

Spoed

Waar kan ik terecht voor een spoedgeval?

Tijdens de week kunnen onze klanten bij ons terecht op het algemeen telefoonnummer 053/789003

Vanaf zaterdagmiddag 12u tot en met zondag en op feestdagen kan u terecht bij de wachtdienst van Groot-Aalst.
Dit kan op het nummer 0471/794563
U wordt automatisch verbonden met de dierenarts van wacht. Elke deelnemende dierenarts is lid van de Aalsterse dierenartsenvereniging (ADV) en elk weekend wordt onderling afgewisseld.
De dierenarts van dienst dient na het weekend de vaste dierenarts van het in behandeling zijnde dier op de hoogte te brengen van het spoedgeval en de ingestelde behandeling.
Er worden vaste weekendtarieven gehanteerd die op voorhand door het ADV bepaald zijn.
Een huisbezoek kan per uitzondering, maar bij voorkeur gaan jullie naar de praktijk van de dierenarts van wacht. Zo zijn alle middelen voorhanden die nodig zijn voor de beste en snelste zorgen. Alsook is een huisbezoek tijdrovend voor de dierenarts wat andere spoedgevallen kan doen wachten.

Reptielen en vogels

Waar kan ik terecht met mijn reptiel?

Een reptiel is een koudbloedig dier en heeft heel andere noden en gedragingen dan onze honden, katten, konijnen, knaagdieren en fretten. Een goed uitgeruste praktijk en bagage aan opleidingen en ervaring is, zoals bij andere diersoorten, ook belangrijk bij het behandelen van deze dieren.
Met onze huidige kennis en ervaring proberen we schildpadden te helpen in de mate van het mogelijke.
Bij meer uitdagende gevallen of andere reptielen verwijzen we jullie graag door naar gespecialiseerde dierenartsen.

Waar ik terecht mijn vogels?

Wij ontvangen jullie kanarie, papegaai, duif… graag voor een algemeen nazicht van de gezondheidstoestand, advies over voeding, mestonderzoek, advies over het vederkleed, vaccinatie voor duiven…

Mijn dier is overleden

Waar kan ik terecht met mijn overleden huisdier?

Je huisdier verliezen is een zware emotionele klap.
We helpen jullie graag om te begrijpen wat er gebeurd is, maar uiteindelijk heeft iedereen zijn eigen manier om dit te verwerken. De beslissing wat te doen met je overleden dier maakt dikwijls deel uit van het verwerkingsproces. Aarzel niet ons hierover inlichtingen te vragen.

  • Het dier kan bij ons opgehaald worden samen met andere gezelschapsdieren, een gemeenschappelijke crematie wordt hierna uitgevoerd.
  • Als u dit wenst kan het dier afzonderlijk opgehaald worden, en een individuele crematie aangevraagd worden. Dit geeft u de mogelijkheid om een urne of een ander aandenken te bekomen.
  • Begraven van een overleden gezelschapsdier in uw eigen tuin kan, als u rekening houdt met een aantal voorwaarden. Maar sommige gemeenten verbieden het. Vraag het daarom na bij uw gemeente.

Afspraken en huisbezoeken

Hoe en wanneer kan ik een afspraak maken?

Bij ons gebeuren alle consultaties op afspraak.
Dit om een goede service te waarborgen.
Honden en katten hoeven niet onnodig lange en stressvolle wachttijden te ondergaan in de wachtzaal, ook onderlinge conflicten tussen de dieren worden zo vermeden.
Het geeft ons ook de mogelijkheid om spoedgevallen efficiënter aan te pakken, er kan meer tijd vrijgemaakt worden en de dieren zijn sneller geholpen.

Een afspraak maken kan telefonisch via de balie, tussen 8-13uur. Ook via mail of via het contactformulier op onze site kan u 24/24 makkelijk een afspraak vastleggen. Mails worden dagelijks gecontroleerd.

Consultaties gebeuren op weekdagen 9u00 – 19u30, zaterdag 9u00 – 12u00.

Hoe en wanneer kan ik een huisbezoek aanvragen?

Dagelijks doen wij huisbezoeken: bij moeilijk te transporteren dieren, eigenaars die zich zelf niet kunnen verplaatsen of bij controle van een groter aantal dieren.
Die gebeuren gewoonlijk in de namiddag.
U kan die telefonisch aanvragen, via mail of via het contactformulier van de site.

Bij een huisbezoek trachten wij zoveel mogelijk voorzien te zijn met nodige medicatie en materialen, maar vele onderzoeken zijn onmogelijk thuis uit te voeren en dienen achteraf toch bij ons in de praktijk te gebeuren.

Over het algemeen zijn huisdieren ook makkelijker te onderzoeken bij ons in de praktijk, doordat ze zich thuis perfect weten te verstoppen of verplaatsen. Tenslotte worden wij ontvangen in hun territorium. Om deze redenen geven wij (indien mogelijk) de voorkeur aan een consultatie in de praktijk.

Een huisbezoek kan in volgende regio’s: Groot-Aalst, Lebbeke, Dendermonde, Berlare, Lede, Haaltert, Erpe-Mere